Afgelopen week is bekend geworden dat de banken mee gaan werken aan een compensatieregeling voor ondernemers die in het verleden een rentederivaat hebben afgesloten.
Wat is dat ook al weer een derivaat? Derivaten zijn afgeleide financiële producten, waarmee specifieke risico’s verhandeld en afgedekt kunnen worden, bijvoorbeeld rente- en valutarisico’s. Als je bij een bank een lening afsluit met een variabele rente, loop je een renterisico. Dit renterisico kunt je afdekken met een rentederivaat. De meest voorkomende soorten rentederivaten zijn renteswaps en rentecaps. Bij een renteswap betaal je de vaste rente onder de renteswap, ongeacht of de marktrente stijgt of daalt, en de bank betaalt de variabele marktrente. De renteswap beschermt zo tegen een stijgende rente, maar zelf profiteer je niet van een dalende rente. Vaak zijn dit zeer ingewikkelde producten, die op grote schaal aan MKB’ers verkocht zijn. Toen de rente flink ging dalen, werden deze derivaten voor veel ondernemers een blok aan het been. Daar wordt al jaren over geklaagd, maar door de banken vrij weinig aan gedaan, tot de AFM zich er mee is gaan bemoeien. Na veel vijven en zessen heeft dit uiteindelijk deze week geleid tot een compensatieregeling. Wat houdt de regeling precies in?
Aan de regeling doen mee de ABN AMRO, ING, SNS, Van Lanschot en de Rabobank. De Deutsche Bank beraadt zich nog op haar positie. Ondernemers aan wie ongeschikte derivaten zijn verkocht, hebben recht op een schadevergoeding van ongeveer 20 procent van de betaalde en nog te betalen rente over de producten. Die vergoeding kan oplopen tot maximaal 100.000 euro per klant. Dat plafond is vastgesteld omdat van grote bedrijven, die leningen en derivaten van meerdere miljoenen hebben, mag worden aangenomen dat zij zich adequaat hebben laten voorlichten. Ook worden in beginsel de verhogingen in renteopslagen aan klanten met een financiering in combinatie met een renteswap vergoed. Daarnaast zullen de deelnemende banken de rentederivaten op technische punten herstellen.
Door de coulanceregeling hoeft niet per geval te worden vastgesteld of er sprake was van ontoereikende voorlichting door de bank. De regeling geldt kortom voor iedereen, zonder dat specifiek de individuele casus van een ondernemer hoeft te worden beoordeeld. Vermoedelijk zullen alle ondernemers door de banken persoonlijk geïnformeerd worden over een herbeoordeling. Waarschijnlijk duurt het nog tot medio 2017 voordat de zaak wordt afgerond.
Indien u vragen heeft over dit onderwerp, neem dan contact op met één van de adviseurs van Corporate Finance. Zij kunnen mee kijken of de regeling wel goed gevolgd wordt en de klant krijgt waar hij recht op heeft.